Traditionele Chinese geneeskunde (vaak afgekort als TCG, of TCM in het Engels) is een geneeswijze van vele duizenden jaren oud. De basis ervan komt vanuit de oude Chinese natuurfilosofie, en is het gegeven dat ziektes ontstaan door onbalans in het lichaam. Onbalans in de vrije doorstroom van energie (qi), die vaak geblokkeerd kan zijn, of te zwak of juist door ophoping te veel kan zijn op plekken in het lichaam. De TCG kent hierin Yin en Yang, als duiding van de onderlinge energiebalans en de wisselwerking tussen alle processen en delen van lichaam en geest. Wanneer door middel van massage, kruiden, acupunctuur, voeding en een gezondere levensstijl de energie weer vrijer gaat stromen, kan het lichaam zichzelf weer gezonder maken en kunnen emoties minder belemmerend worden.
De vijf elementen
De Chinese geneeskunde kent 5 elementen, Vuur – Aarde – Metaal – Water – Hout. Alle onderdelen van het lichaam, maar ook andere kenmerken zoals zintuigen, emoties, karaktereigenschappen vallen onder één van deze elementen. De elementen onderling voeden elkaar en controleren elkaar. Verstoringen in bepaalde delen van het lichaam, of in iemands emotionele welzijn, hebben invloed op de andere elementen, en dus ook op andere processen in het lichaam. Waar een westerse arts een klacht heel specifiek behandeld, kijkt een arts vanuit de Chinese geneeskunde naar alle processen en de gehele conditie van de cliënt. Verstoring in één gebied kan veroorzaakt worden door een onderliggende zwakte in een ander gebied.
Holistische insteek
Het kijken naar de algehele gezondheid en conditie van de cliënt, en het mee laten wegen van emoties, stress of andere factoren bij het bepalen van de behandeling heet een ‘holistische’ benadering. Dit is naar mijn idee de grote kracht van de Chinese geneeskunde, of van de natuurgeneeskunde vanuit algemener perspectief. Het kijken naar het hele plaatje. De waarde inzien van wat allemaal invloed kan hebben op hoe iemand zich voelt.